"...Gewoon tekeningen met een zwart lijn en meer niet. Het is niet heel anders dan hoe ik tot dan toe tekende. Ik scheid de kleuren van de tekening, dat is het. De kleuren zijn belangrijker nu ze niet meer vanzelfsprekend met de tekening mee komen.

 

Omdat ik nu kleurplaten maak lijkt het niet uit te maken wat ik teken. Beter gezegd; het maakt natuurlijk wel uit wat ik teken maar er is een blokkade opgeheven nu ik tekeningen maak met het doel ze later in te kleuren. Ik heb nu geen strijd meer hilarische elementen in mijn werk te combineren met….ja met wat? Moeilijk te omschrijven. Misschien helpt het om het te vergelijken met muziek. Het grote verlangen om bijvoorbeeld een Requiem te schrijven en dan uitkomen bij een (weliswaar goed) cartoonesk liedje. Cartoonesk liedje, ik weet niet hoe ik het anders moet omschrijven.

 

Het komt er op neer dat ik het cartooneske met het Numineuze probeer te verenigen. Of ‘het lullige’ met ‘het sublieme’.

 

Ondertussen realiseer ik me dat juist de lulligheid en het cartooneske (misschien ook het caranavaleske) de poort opent naar het sacrale, sublieme, epifane, numineuze, DE VREUGDE.

 

Ik kan alles tekenen nu..."